Effectieve teams? Kijk verder dan gedrag
Het begon met een mailtje…
Iris, teamleider van een HR-team binnen een zorginstelling, voelt al maanden een onderhuidse spanning. Het team oogt vriendelijk, de sfeer is meestal prima – maar er zit iets in de lucht. Deadlines worden gemist, frustraties sudderen, en niemand spreekt elkaar echt aan.
Tot op een vrijdagochtend haar inbox pingt.
Onderwerp: “Even iets delen…”
Van: Sophie
Hoi Iris, ik weet niet goed hoe ik dit moet zeggen, maar het valt me op dat sommige collega’s regelmatig te laat zijn met hun input. Ik merk dat anderen zich daaraan storen, maar niemand zegt er wat van. Wat wil jij dat ik doe?
De druppel. En tegelijkertijd: het moment dat Iris besluit dat het anders moet. Maar hoe?
Verder kijken dan symptoombestrijding
4 Dimensies van Effectieve Teamontwikkeling
Als het gaat over ‘aanspreken’, denken we vaak aan communicatie of persoonlijke moed. Maar samenwerking is zelden een kwestie van gedrag alleen. Wat zich in een team afspeelt, is het resultaat van meerdere onderliggende krachten. Gedoe ontstaat vaak niet omdat mensen iets níet willen – maar omdat de context het ingewikkeld maakt.
Het boek Tools voor Teams van Jaco van der Schoor en Thijs Rijnbergen biedt een manier om naar die context te kijken. Het model dat zij ontwikkelden helpt je om systematisch te analyseren waar een team echt op vastloopt – en waar je dus het best kunt interveniëren.
De ontstaansgeschiedenis van het model
Tijdens zijn studie Organisatiepsychologie verdiepte Jaco van der Schoor zich in wetenschappelijke literatuur over teams. Wat hem opviel: er waren veel verschillende modellen en theorieën over teams, elk met een andere focus. De één benadrukte groepsdynamica, de ander taakstructuur, een derde keek naar omgevingsinvloeden.
Jaco zag de samenhang – maar ook de versnippering. Wat hij miste, was een samenhangend kader dat én de inhoud, én de relaties, én de structuur, én de omgeving van een team in beeld bracht. En dus ontwierp hij, samen met Thijs Rijnbergen, een model dat al deze invalshoeken samenbrengt in één praktisch en toegankelijk raamwerk: de vier dimensies van effectieve teams.
De vier dimensies van teamontwikkeling
Een team is geen machine die je afstelt en klaar is. Het is een levend systeem waarin meerdere krachten tegelijk actief zijn. De vier dimensies helpen om die krachten zichtbaar te maken. Geen checklist, maar een bril om beter te zien wat er speelt – én waar je moet beginnen.
1. Bestaansrecht – Waar zijn wij van?
Bestaansrecht gaat over het fundament van een team. Wat is onze gezamenlijke opdracht? Wat dragen wij bij aan het grotere geheel? En – minstens zo belangrijk – hebben we daar allemaal hetzelfde beeld bij?
In veel teams is het bestaansrecht vaag. De oorspronkelijke opdracht is vergeten, doelen zijn abstract, of teamleden hebben ieder een andere interpretatie. Dat leidt tot verwarring, versnippering en energieverlies. Als teamleden geen gedeeld doel ervaren, wordt samenwerking een kwestie van coördineren in plaats van creëren. En aanspreken op gedrag? Dat voelt dan als persoonlijke kritiek, niet als gezamenlijke scherpte.
Een sterk bestaansrecht geeft richting, focus en samenhang. Het schept een basis waarop teamleden elkaar kunnen aanspreken vanuit betrokkenheid: “Hé, dit draagt niet bij aan wat we samen willen bereiken.”
Teams met een helder bestaansrecht:
- Weten waarom ze bestaan en waar ze van zijn
- Hebben doelen die zowel concreet als betekenisvol zijn
- Ervaren eigenaarschap en gezamenlijke verantwoordelijkheid
Een gedeeld bestaansrecht is dus geen luxe. Het is een voorwaarde voor doelgerichte én mensgerichte samenwerking.
2. Inrichting – Hoe hebben we het georganiseerd?
De tweede dimensie kijkt naar de manier waarop een team is gestructureerd. Denk aan rollen, taken, verantwoordelijkheden, overlegvormen, besluitvorming en informatievoorziening. Wie doet wat – en volgens welke afspraken?
Veel teamproblemen worden zichtbaar in het gedrag, maar vinden hun oorsprong in gebrekkige inrichting. Bijvoorbeeld: mensen komen hun afspraken niet na. Maar zijn die afspraken eigenlijk ooit helder gemaakt? Of: iemand krijgt kritiek op zijn werk, maar het is onduidelijk wie eindverantwoordelijk is.
Teams waar de inrichting niet klopt, vallen terug op aannames. Het werk wordt dubbel gedaan of blijft liggen. En als je dan iemand wilt aanspreken, beland je al snel in een welles-nietes over wie wat moest doen.
Een goed ingerichte samenwerking is dus niet ‘controlerend’, maar verhelderend. Het maakt ruimte voor autonomie én afstemming.
Teams met een sterke inrichting:
- Hebben heldere rolverdeling en duidelijke afspraken
- Weten waar verantwoordelijkheden beginnen en eindigen
- Organiseren overleg en besluitvorming op een manier die past
Een heldere inrichting voorkomt misverstanden, bevordert eigenaarschap en maakt samenwerken efficiënter – én veiliger.
3. Dynamiek – Hoe gaan we met elkaar om?
Dynamiek gaat over de relationele kant van samenwerking. Hoe communiceren we? Hoe spreken we verschillen uit? Is het veilig om je uit te spreken, ook als je twijfelt of kritiek hebt?
Deze dimensie raakt aan vertrouwen, psychologische veiligheid, onderlinge verhoudingen en groepsprocessen. Hier speelt zich vaak de “onderstroom” af. Wat wordt er niet gezegd? Wie bepaalt de toon? Wat gebeurt er als het spannend wordt?
In teams met een gezonde dynamiek heerst er openheid. Mensen spreken zich uit, luisteren naar elkaar en zoeken verbinding – ook bij verschil van mening. Dat betekent niet dat alles harmonieus is, maar dat er ruimte is voor spanning zónder dat het destructief wordt.
In teams waar de dynamiek verstoord is, wordt feedback vermeden of verhard. Irritaties stapelen zich op, maar blijven onbesproken. Of: alles móét altijd gezellig blijven – ten koste van scherpte en helderheid.
Teams met een gezonde dynamiek:
- Spreken zaken uit, ook als ze spannend zijn
- Weten verschil om te zetten in verrijking
- Ervaren vertrouwen en gelijkwaardigheid
Een sterke dynamiek is de lijm van samenwerking. Zonder het plak je niks aan elkaar – hoe goed je structuur of doelen ook zijn.
4. Omgeving – In welk krachtenveld werken we?
De vierde dimensie gaat over de context buiten het team. Want teams bestaan nooit op zichzelf. Ze functioneren binnen een organisatie, in een vakgebied, onder druk van klanten, beleid, targets of politiek. De omgeving is een invloedrijke speler in het teamproces.
Veel teamproblemen vinden hun wortels in externe verwachtingen. Vage opdrachten van bovenaf, wisselende prioriteiten, gebrekkige afstemming met andere afdelingen. Als daar geen zicht op is, raakt het team gevangen in reactief gedrag. Mensen krijgen het gevoel dat “ze” van alles bepalen – en dat “wij” maar moeten volgen.
Een team dat zijn omgeving begrijpt en ermee in contact staat, kan invloed uitoefenen. Verwachtingen worden besproken, belangen afgestemd, en het team werkt niet alleen harder – maar vooral slimmer.
Teams met een goed zicht op hun omgeving:
- Kennen hun stakeholders en de belangen die spelen
- Stemmen verwachtingen bewust af
- Ervaren meer regie en minder frustratie
Zonder grip op de omgeving verzuipt een team. Met grip wordt het wendbaarder en weerbaarder.
Waar begin je? En hoe weet je dat?
Eerlijk? Soms weet je dat niet meteen. Soms ligt de oorzaak in de dynamiek, maar begint de beweging bij een betere inrichting. Soms helpt een helder doel om de veiligheid te vergroten.
Het model is geen volgorde. Het is een denkkader. Een gesprekstool. Een manier om niet te blijven hangen in symptoombestrijding, maar te kijken naar het geheel.
Vijf tips om gericht aan de slag te gaan
- Introduceer de 4 dimensies in je team
Teken het op een flap, leg het uit, en vraag: “Waar herkennen wij ons in?” - Kies één dimensie en begin daar
Start klein. Maak teamontwikkeling behapbaar en leerbaar. - Gebruik je bestaande overlegmomenten
Geen extra agenda’s nodig – wel bewuste aandacht in het moment. - Lees het boek Tools voor Teams
Vol herkenbare voorbeelden, inzichten en werkvormen. - Doe het TeamBelevingsonderzoek van TeamQ
Een betrouwbare teamscan op de vier dimensies, met concreet verbeteradvies.
Tot slot
Effectief samenwerken vraagt meer dan goede bedoelingen of sociale vaardigheden. Het vraagt richting, structuur, vertrouwen én verbinding met de omgeving. Dáár gaat het model van de vier dimensies over. Dáármee kun je als teamleider verschil maken.
En het mooie? Je hoeft het niet perfect te doen. Je hoeft alleen maar te durven beginnen.